Drie principes over lesgeven (spoiler: twee gaan over Lean)
Ruim een jaar geleden ben ik parttime les gaan geven aan de TU Delft, naast mijn werk bij Fabrique. Ik beleef er veel plezier aan, en formuleerde gaandeweg drie principes die mijn aanpak bepalen. Ik deel ze graag met iedereen die in onderwijs (of Lean) geïnteresseerd is.
Afgelopen jaren heb ik vaak gastcolleges gegeven in diverse vakken, met heel veel plezier. Dat smaakte naar meer. Sinds februari vorig jaar geef ik les in de master Strategic Product Design aan de Faculteit Industrieel Ontwerpen, de opleiding waar ik zelf (vandaag precies!) tweeëntwintig jaar geleden met ontzettend veel plezier ben afgestudeerd. Het vak dat ik nu coördineer en dat we aan zo’n honderddertig studenten geven heet ‘Brand & Product Commercialization’. Het gaat over het ontwerpen van merken en productintroducties.
Ik ben gaan lesgeven omdat het me een toffe combinatie leek met mijn werk als partner en innovatiestrateeg binnen Fabrique. En dat is het ook. Het is een andere wereld, met andere mensen, andere doelen, een andere omgeving en andere interacties. Maar het mooiste is dat ik als praktijkdocent kan brengen wat ik de afgelopen twintig jaar heb geleerd, en dat ik er zelf ook weer van leer.
In gesprekken met collega’s en studenten ontdekte en formuleerde ik mijn (tot dan toe onbewuste) principes waar het gaat om les geven. Ik heb er veel aan, en deel ze graag met je.
1. Het vak is nooit af.
Ik ben zelf een ontwerper, en streef dus altijd naar verbetering van een product of een dienst. En dat is voor onderwijs niet anders. Mijn vraag is steeds; hoe kunnen we studenten zoveel mogelijk leren in zo weinig mogelijk tijd?
Mijn achtergrond in Lean Innovation leert ook dat we in dit vak de cyclus van Build-Measure-Learn doorlopen. Ik bedenk iets, meet wat werkt, en ik vertaal dat naar lessen voor volgende week, volgend blok of volgend jaar. Mijn ‘verbeteringen.doc’ is een levend document, zeg maar.
Ontwerpen is een iteratief proces, dus de course is vanzelfsprekend nooit af. Elke jaargang is een prototype, en elk volgend jaar is er een nieuwe release met bugfixes en nieuwe features. En nieuwe bugs, natuurlijk, onvermijdelijk.
En dat proces doorloop ik graag samen met studenten. Vandaar mijn tweede uitgangspunt:
2. We maken de course samen.
Een wat plattere benadering die ik gebruik: ‘Wij hebben de kennis, jullie hebben de hersenen waar het in moet. We gaan dit samen doen.’
Vanuit Lean Innovation ben ik gewend om de gebruiker centraal te stellen in het innovatieproces. Observatie, interviews en co-creatie zijn bewezen methoden om goede producten en diensten te ontwerpen.
Dat is hier natuurlijk niet anders. Een goed vak ontwerp je samen mét je studenten. En dan heb ik ook nog eens de mazzel dat mijn studenten nagenoeg-afgestudeerde ontwerpers zijn. Kan je je voorstellen hoeveel ontwerpkracht we aan boord hebben!
En in dat proces en die samenwerking zet ik de kaders, die ik handhaaf. Wat dat betreft is het net opvoeden: veel vrijheid geven en opleiden tot zelfstandigheid aan de hand van duidelijke grenzen die niet onderhandelbaar zijn. Want studenten — niet menselijks is hen vreemd — komen wel eens met ideeën die hun directe fysieke kort-termijn belang dienen, maar niet perse het belang van het vak of verder; hun toekomst.
Dat vraagt motivatie van studenten, want anders doe ik het werken en doen zij het samen van ‘samenwerken’. Daarover gaat mijn derde uitgangspunt.
3. Studenten zijn geweldig.
Sommige docenten kunnen enorm puffen als ze over studenten praten. Ze zouden lui zijn, veel teveel drinken en de kantjes eraf lopen. Als dat je uitgangspunt is, kan je beter iets anders gaan doen. Waarom zou je daar je energie in steken?
Mijn uitgangspunt is diametraal andersom: studenten zijn geweldig, leergierig, open en eerlijk. En natuurlijk zijn er uitzonderingen, die ik zie ik ook wel, en daar laat ik graag mijn situationele leiderschap op los.
Maar studenten zijn het waard om serieus genomen te worden. Zij moeten onze wereld gaan redden, dus laten we hen daarvoor equiperen.
Hoe werkt dat in de praktijk?
Dat leidt tot een omgeving waarin we het gevoel hebben dat we samen op een spannend avontuur zijn. En uit deze uitgangspunten, je zou ze design principes kunnen noemen, volgen logischerwijs ook de interacties die ik met studenten heb. Wat voorbeelden:
“Are we still learning?”
Is een vraag die ik geregeld stel in de break tijdens de koffie of tijdens college. In het eerste college nodig ik studenten ook uit om hun hand op te steken en het ELMO signaal te geven. Het uit-Scrum-afkomstige signaal ‘Enough, Let’s Move On’. Als studenten aangeven dat ze het begrijpen en we door kunnen, wie ben ik dan om door te zeveren over een bepaald onderwerp?
“Welke drie dingen kan deze gastspreker nog verbeteren aan zijn verhaal voor volgend jaar?”
Goede gastsprekers brengen waardevolle praktijkinzichten mee, en geven een goed beeld van de context waarin onze studenten kunnen werken. Ze werden hogelijk gewaardeerd afgelopen jaar. Maar zij willen vaak ook graag nog wat leren. Door dat met studenten te bespreken ontstaat er beter begrip.
“Hoe kunnen we deze oefening voor jullie medestudenten van volgend jaar nog leerzamer maken?”
Studenten hebben vaak heel goede ideeën. Samen verkennen we de kansen, de uitkomsten schrijven we op en nemen we mee in de evaluaties en het ontwerpproces.
“Ik heb je gemist in college, waarom was je er niet?”
Als we het samen doen, dan helpt het als we het samen gevoel vergroten. Ik doe dat door persoonlijke aandacht, door te zorgen dat ik mijn studenten leer (her)kennen, door signalen te geven dat iedereen bij moet dragen.
“Ik geef 100% als jullie dat ook doen”
Ik doe dit niet primair voor het geld, ik doe dit voor de lol. Maar het is jullie feestje, dus jullie moeten ook kneiterhard werken.
“Wie weet het antwoord op deze vraag?”
Ik kan vragen van studenten natuurlijk prima beantwoorden, en dat is ook aantrekkelijk omdat het me de kans geeft om te showen hoe f*cking veel verstand ik er wel niet van heb. Maar als ik dat juist niét doe leren we veel meer. Dan stimuleren we iedereen om zélf na te denken, en geef ik anderen de kans om te shinen. Het is vaak het begin van een interessante discussie.
“Wat hebben we geleerd?”
Het echte leren gebeurt pas in de reflectie. Op het moment dat jij van de trap valt, leer je niets. Je leert pas achteraf wanneer je je afvraagt wat daar nou gebeurd was, en hoe je dat de volgende keer kan voorkomen.
Ik reflecteer daarom graag regelmatig. Studenten vinden reflecteren soms een beetje gezeur, en hebben nog wel eens de neiging om met de oogbolletjes te draaien, net als mijn pubers thuis. Beetje doseren, dus.
“Wie kan een argument bedenken waarom dit onzin is?”
Altijd een goede oefening. Bij wijze van oefening tegenargumenten bedenken, gewoon om de stof te verkennen en te ontdekken hoe het is aan de andere kant.
“Bedankt dat je de gastspreker even uitdaagde!”
Je nek uitsteken in een collegezaal met 128 studenten kan best eng zijn. Een ervaren rot uit het vak tegenspreken ook. Maar het helpt ons allemaal omdat het ons tot nadenken brengt. “Challenge reality” is een van de thema’s die we hanteren binnen Fabrique, en dat is hier net zo toepasbaar. Daar ontstaat nieuwe kennis en een nieuwe realiteit.
“Op een schaal van 1–10, hoe zeker ben je dat je eindigt met het resultaat dat je voor ogen hebt?”
‘Begin met het eind voor ogen’, zeg ik altijd Stephen Covey na. Dat is een van de mooiste lessen die ik — los van de inhoud — aan studenten kan leren. De weg naar het eind toe is een ontwerpproces immers.
“Laat onderweg weten wat we kunnen verbeteren. Als ik achteraf in je reflectie nieuwe feedback vind, word ik chagrijnig.”
Als we het vak samen maken kan je niet de verbeteringen voor jezelf houden natuurlijk, die moet je delen.
“Steek je hand op als je tot dit moment niet aan het woord geweest bent.”
Samen betekent ‘iedereen moet meedoen’. Ik snap dat de ene student wat verlegener is dan de ander, maar dat ontslaat je niet van participatie. Op een liefhebbende manier probeer ik iedereen mee te laten doen.
“Bedenk eens hoe jij een bijzondere bijdrage kan leveren in dit vak.”
Meerijden is makkelijk, maar ik wil graag een actievere bijdrage aan onze gezamenlijke energie. Laat ons lachen, laat ons nadenken, ons verbazen, wat dan ook. Daar wordt het beter van!
Kortom
Wat als een leuke afwisseling begon, blijkt in de praktijk meer dan dat. Het is een ontwerpuitdaging met heldere design principes, een tof team en ruim 130 geëngageerde gebruikers. Wat wil je nog meer?